Projectleider is een mooie functietitel, maar voor Hans valt dat in de praktijk nogal tegen. Hij is veel te veel met administratieve zaken bezig. Met simpele routineklusjes, veel te veel details en onbelangrijke cijfertjes. “Ik voel me meer een PMO’er (project management officer) dan een echte projectleider,” vertelt Hans. Hij krijgt daardoor al enkele jaren weinig energie van zijn werk. “Steeds maar weer de puntjes op de i zetten en het controleren of alle regels wel goed zijn toegepast. Ik ben er wel klaar mee.”
Voordat hij belt, heeft hij al enkele vergeefse sollicitaties in verschillende richtingen achter de rug. Hij herinnert me aan ons eerdere contact, enkele jaren geleden, toen ik een Talentgesprek met hem voerde. “Ik denk dat ik wel weer wat coaching kan gebruiken”, zegt Hans en we maken een afspraak.
Inhoud
Als ik Hans’ talenten uit de Clifton Strenghts Finder bekijk, zie ik 3 uitvoerende talenten in zijn top 10 staan. Voor veel mensen met een soortgelijk profiel is dat voldoende om langere tijd administratieve taken te verrichten. En daar ook energie uit te halen. Maar als ik dat Hans vertel, verstrakt zijn gezicht. Hij zit niet te wachten op coaching om meer energie uit zijn huidige werk te krijgen. Hij wil juist minder uitvoerende taken. En dat is niet zo gek, want er staan ook 5 strategische denktalenten in zijn lijst en die leveren waarschijnlijk veel meer werkplezier op als Hans ze goed in kan zetten.
De meeste punten uit Hans’ talenten gaan over snel en abstract kunnen denken. De talenten van goed uitvoeren liggen beduidend lager. Op basis van deze analyse, weet ik dat er meer optimalisatie mogelijk is als hij werk gaat doen waarvoor op een ander (niet beter of slechter) niveau moet worden nagedacht.
Van hoe naar wat
Enige maanden geleden had ik het best lastig gevonden Hans op een goede manier te coachen. Want HOE je werk optimaal kunt doen, is met Gallups’ CliftonStrengths top 10 goed te coachen. Maar daarbij wordt minder duidelijk welke functie of soort werk die medewerker het beste kan doen. Anders gezegd, WAT een medewerker het beste kan doen binnen het team is lastiger te bepalen.
Maar toen ontdekte ik het recente werk van Patrick Lencioni die precies op dit specifieke onderdeel een even simpel als geniaal framework heeft ontwikkeld. Geniaal omdat het de mate van abstractie van werk verbindt aan de fase waarin die abstractie waarde toevoegt. Zo had ik er nooit eerder naar gekeken.
De toegevoegde waarde van Lencioni’s framework is dat hij de zes fasen beschrijft waarin iemand veel energie kan krijgen van zijn werk. Je kunt iemand laten scoren op deze fases en de hoogste twee tot ‘talent’ te verklaren. Toen ik Hans testte, bleek dat hij in dit framework scoort op de hoogste – meest abstracte – talenten. In de termen van Lencioni is Hans een creatieve dromer.
Hobby’s en energie
Een goede manier om erachter te komen waar iemand energie van krijgt, is door te vragen naar de activiteiten die hij of zij doet. En dan niet alleen op werkgebied, maar ook naar hobby’s. Dat zijn activiteiten waar veel mensen energie van krijgen, zonder daar geld mee te verdienen. Je ontdekt zo iemands passies.
Door vragen te stellen door te vragen, ontdekte ik dat Hans een puzzelaar is. Hij vindt het leuk iets heel ingewikkelds tot in de kleinste details af te breken. Om het daarna op hele verschillende manieren weer in elkaar te zetten totdat het helemaal goed is. Als hij het mij vol enthousiasme en plezier vertelt krijg ik gewoon zin om mee te doen. En dat terwijl ik een hekel heb aan puzzels….
Nu ik dit weet, en weet waar het werk van Hans uit bestaat, kan ik die kennis vergelijken met de omschrijving van de creatieve dromer. En dan valt de mismatch duidelijk op: Hans is meer strategisch dan uitvoerend en meer relatiegericht dan invloedsgericht. Hij is iemand die gaat voor het verzamelen en bewerken van informatie en die (creatief) wil kunnen nadenken over de inhoud.
Loyale afmaker
Als je kijkt naar zijn werk zie je dat het werk dat Hans doet nogal neigt naar een andere beschrijving van Lencioni:
Lencioni laat hiermee zien dat de talenten van Hans helemaal bovenin het model zitten terwijl zijn werkzaamheden helemaal onderin het model zitten. Mijn meest effectieve coachingsstrategie is daarom de komende tijd Hans zelf te laten zoeken naar ideeën en soorten werk waarvoor hij veel meer creativiteit en abstractieniveau moet inzetten. Wellicht dat de link naar idealisme een groot verschil maakt of dat de creativiteit nog meer kan worden onderzocht. Hoe is hij creatief en wat kun je daar dan concreet mee?
Nieuwe manieren en middelen dankzij Patrick Lencioni
Samengevat biedt het framework van Lencioni mij (en dus de coachee) nieuwe manieren om werkplezier te vinden en te ontwikkelen. Extra middelen, want zoals gezegd, de CliftonStrengths van Gallup laten je zien HOE jij dingen het beste doet. Welke talenten jou veel energie en hoge prestaties leveren voor duurzame inzetbaarheid. De Working Genius talenten geven meer aan in welke fase van een bedrijf, programma of project jij het meest op jouw plek bent.
Ondertussen werk ik aan een zinvolle verbinding tussen beide soorten talenten. Een soort universele stekkerdoos om ze zodanig te koppelen dat ze elkaar optimaal gaan aanvullen om mijn klanten te helpen.
Heb je ook een vraagstuk waarbij de activiteiten die jij zelf of iemand uit jouw team doet, niet passen met waar jouw of diens talenten liggen, laat het me weten.